Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to attend
01
bijwonen, deelnemen
to be present at a meeting, event, conference, etc.
Transitive: to attend an event
Voorbeelden
Employees must attend the mandatory training session next week.
Medewerkers moeten volgende week de verplichte trainingssessie bijwonen.
The community members were invited to attend the town hall meeting.
De leden van de gemeenschap werden uitgenodigd om de raadsvergadering bij te wonen.
02
bijwonen, volgen
to go to school, university, church, etc. periodically
Transitive: to attend an educational or religious institute
Voorbeelden
Students are expected to attend all classes to ensure academic success.
Van studenten wordt verwacht dat ze alle lessen bijwonen om academisch succes te waarborgen.
He attended church every Sunday with his family.
Hij woonde elke zondag met zijn familie de kerk bij.
03
aandacht schenken, opletten
to pay close attention to something
Transitive: to attend to sth
Voorbeelden
During the lecture, it's important to attend to the professor's explanations to grasp the concepts.
Tijdens de les is het belangrijk om aandacht te besteden aan de uitleg van de professor om de concepten te begrijpen.
John was so lost in thought that he had n't attended to a single detail of the presentation.
John was zo verdiept in zijn gedachten dat hij geen enkel detail van de presentatie had opgemerkt.
04
zorgen voor, beheren
to manage or take care of a situation, task, or responsibility successfully
Transitive: to attend to a situation or task
Voorbeelden
She attended to the guests' needs throughout the event.
Ze verzorgde de behoeften van de gasten gedurende het hele evenement.
He quickly attended to the broken pipe and stopped the leak.
Hij heeft snel de gebroken pijp aangepakt en het lek gestopt.
05
begeleiden, dienen
to accompany and serve a person of high status
Transitive: to attend an important person
Voorbeelden
The butler attended the queen during her stay at the palace.
De butler verzorgde de koningin tijdens haar verblijf in het paleis.
He was hired to attend the ambassador during his official visit.
Hij werd ingehuurd om de ambassadeur tijdens zijn officiële bezoek te begeleiden.
06
begeleiden, volgen
to happen alongside or as a consequence of something else
Transitive: to attend an occasion or situation
Voorbeelden
A headache often attends a cold or flu.
Hoofdpijn gaat vaak gepaard met een verkoudheid of griep.
The joy of success is usually attended by a sense of relief.
De vreugde van succes wordt meestal begeleid door een gevoel van opluchting.
Lexicale Boom
attendance
attendant
attended
attend



























