nationality
na
ˌnæ
tio
ʃə
shē
na
ˈnæ
li
ty
ti
ti
British pronunciation
/nˌæʃənˈælɪti/

Definitie en betekenis van "nationality"in het Engels

01

nationaliteit

the state of legally belonging to a country
nationality definition and meaning
example
Voorbeelden
Her nationality is French, but she has lived in Canada for many years.
Haar nationaliteit is Frans, maar ze woont al jaren in Canada.
The form asks for your nationality and place of birth.
Het formulier vraagt om uw nationaliteit en geboorteplaats.
02

nationaliteit, nationale afkomst

people having common origins or traditions and often comprising a nation
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store