Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Napkin
01
servet, papieren servet
a square piece of cloth or paper we use to protect our clothes and clean our mouth or hands while eating
Voorbeelden
He reached for a napkin to wipe his hands after enjoying the barbecue ribs.
Hij greep naar een servet om zijn handen af te vegen na het genieten van de barbecue-ribben.
She unfolded her napkin and placed it neatly on her lap before starting her meal.
Ze vouwde haar servet uit en legde het netjes op haar schoot voordat ze begon met eten.
02
luier, doek
garment consisting of a folded cloth drawn up between the legs and fastened at the waist; worn by infants to catch excrement
Lexicale Boom
napkin
nap
kin



























