Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
naakt, bloot
not having clothing or covering
Voorbeelden
She felt a bit self-conscious being naked in front of strangers at the nude beach.
Ze voelde zich een beetje ongemakkelijk om naakt te zijn voor vreemden op het naaktstrand.
The baby giggled happily while running around naked in the backyard.
De baby giechelde vrolijk terwijl hij naakt in de achtertuin rondrende.
02
naakt, onbedekt
having no protecting or concealing cover
03
naakt, puur
devoid of elaboration or diminution or concealment; bare and pure
04
naakt, met het blote oog
(of the eye or ear e.g.) without the aid of an optical or acoustical device or instrument
05
naakt, onbedekt
lacking any cover
Lexicale Boom
nakedly
nakedness
naked



























