Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
monotone
01
monotoon, monotoon stijgend of dalend
of a sequence or function; consistently increasing and never decreasing or consistently decreasing and never increasing in value
02
monotoon
sounded or spoken in a tone unvarying in pitch
Monotone
01
monotonie, monotone toon
a continuous, unvaried pitch or tone in speech or sound
Voorbeelden
Presenters are often advised to avoid speaking in a monotone to keep listeners engaged.
Presentatoren wordt vaak geadviseerd om te voorkomen dat ze in een monotone toon spreken om luisteraars betrokken te houden.
Her voice, always in monotone, made it difficult to discern her emotions.
Haar stem, altijd monotoon, maakte het moeilijk om haar emoties te onderscheiden.
02
monotonie, eentonige toon
(liturgical settings) a consistent, singular tone that overlays a sequence of words or rhythmic patterns
Voorbeelden
The ritual began with a monotone chant, each verse harmonizing with the steady pitch.
Het ritueel begon met een monotone zang, elk couplet harmonieerde met de vaste toonhoogte.
The congregation joined in the prayer, their voices blending into a collective monotone that filled the sanctuary.
De gemeente deed mee aan het gebed, hun stemmen vermengden zich tot een collectieve monotoon die het heiligdom vulde.



























