Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Memory
01
something recalled or remembered from the past
Voorbeelden
Childhood memories often resurface unexpectedly.
The photo brought back happy memories.
02
geheugen, herinnering
the ability of mind to keep and remember past events, people, experiences, etc.
Voorbeelden
She relied on her memory to recall the lyrics to her favorite songs during karaoke night.
Ze vertrouwde op haar geheugen om de teksten van haar favoriete liedjes te herinneren tijdens de karaokenacht.
Studying and sleep are important for improving memory.
Studeren en slapen zijn belangrijk voor het verbeteren van het geheugen.
03
geheugen, RAM
a piece of electronic object in a computer where data is stored
Voorbeelden
The computer ’s memory was upgraded to 16 GB to improve its performance and speed.
Het geheugen van de computer is opgewaardeerd naar 16 GB om de prestaties en snelheid te verbeteren.
He saved the document to the computer ’s memory to ensure it would n’t be lost.
Hij heeft het document opgeslagen in het geheugen van de computer om ervoor te zorgen dat het niet verloren zou gaan.
04
the scientific study of how information is encoded, stored, and retrieved by the mind
Voorbeelden
Memory is a key topic in cognitive psychology.
She specialized in the psychology of memory.
Lexicale Boom
memorialize
memory
