Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Matriarch
01
matriarch, vrouwelijk familiehoofd
a woman who leads or dominates a family, group, or tribe
Voorbeelden
As the matriarch of the family, Grandma Helen had the final say on all major decisions.
Als matriarch van de familie had oma Helen het laatste woord over alle belangrijke beslissingen.
The village respected the matriarch for her decades of leadership and her ability to keep peace among the various families.
Het dorp respecteerde de matriarch voor haar decennia aan leiderschap en haar vermogen om vrede te bewaren tussen de verschillende families.
02
matriarch, een opvliegende oudere vrouw met een grote boezem (zoals getekend in cartoons)
a feisty older woman with a big bosom (as drawn in cartoons)
Lexicale Boom
matriarchal
matriarchic
matriarch
