Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to greet
01
groeten, verwelkomen
to give someone a sign of welcoming or a polite word when meeting them
Transitive: to greet sb
Voorbeelden
People commonly greet each other with a friendly " hello " or a warm smile.
Mensen groeten elkaar meestal met een vriendelijk "hallo" of een warme glimlach.
In many cultures, it is customary to greet someone with a handshake or a nod of acknowledgment.
In veel culturen is het gebruikelijk om iemand te begroeten met een handdruk of een knikje.
02
verwelkomen, groeten
to acknowledge or respond to something in a particular manner or attitude
Transitive: to greet sth in a specific manner
Voorbeelden
She greeted the news of her promotion with a smile and a sense of pride.
Ze begroette het nieuws van haar promotie met een glimlach en een gevoel van trots.
When the offer was made, he greeted it eagerly, already imagining the possibilities.
Toen het aanbod werd gedaan, begroette hij het gretig, al de mogelijkheden indenkend.
03
verwelkomen, begroeten
to become noticeable or apparent to someone as they enter a place
Transitive: to greet sb
Voorbeelden
As I entered the room, the sound of laughter greeted me from across the hall.
Toen ik de kamer binnenkwam, begroette het geluid van gelach me van de andere kant van de hal.
The bright lights of the city greeted him as he stepped off the plane.
De felle lichten van de stad begroetten hem toen hij het vliegtuig verliet.
Lexicale Boom
greeter
greeting
greet



























