Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
edelsteen, juweel
a precious or semi-precious piece of stone cut and polished to make items of jewelry
Voorbeelden
The ring was set with a sparkling gem.
De ring was gezet met een schitterende edelsteen.
She admired the blue gem in the necklace.
Ze bewonderde de blauwe edelsteen in de ketting.
02
klein zoet brood, snel zoet brood gebakken in een kopvormige pan
a sweet quick bread baked in a cup-shaped pan
03
juweel, edelsteen
art highly prized for its beauty or perfection
04
juweel, parel
a person who is as brilliant and precious as a piece of jewelry
05
edelsteen, juweel
a crystalline rock that can be cut and polished for jewelry
Voorbeelden
The newly discovered novel was a literary gem, praised for its profound insights and beautiful prose.
De nieuw ontdekte roman was een literaire juweel, geprezen om zijn diepgaande inzichten en mooie proza.
Her performance in the play was a gem, captivating the audience with its intensity and skill.
Haar optreden in het toneelstuk was een juweel, dat het publiek betoverde met zijn intensiteit en vaardigheid.



























