Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
equipped
01
uitgerust
provided with whatever is necessary for a purpose (as furniture or equipment or authority)
02
uitgerust, voorzien
having the necessary tools, items, or qualities for a particular purpose
Voorbeelden
The campsite was equipped with clean bathrooms and running water.
De camping was uitgerust met schone toiletten en stromend water.
The rescue team was equipped with tools to handle any emergency.
Het reddingsteam was uitgerust met gereedschap om elke noodsituatie aan te kunnen.
03
bewapend, uitgerust
carrying weapons
04
uitgerust
prepared with proper equipment
Lexicale Boom
unequipped
equipped
equip
