Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
enough
01
genoeg, voldoende
to a necessary amount
Voorbeelden
The soup was n't hot enough to serve.
De soep was niet genoeg warm om te serveren.
Are you warm enough, or should I get you a blanket?
Heb je het warm genoeg, of zal ik een deken voor je halen?
02
genoeg, voldoende
used to show that something is as much or as many as it is needed or wanted
Voorbeelden
as much or as many of something as required. " you need to get enough of the right things to eat "
zoveel of zoveel van iets als nodig is. "je moet genoeg van de juiste dingen krijgen om te eten"
Do you have enough money to cover all your expenses this month?
Heb je genoeg geld om al je uitgaven deze maand te dekken?
enough
01
genoeg, voldoende
having as much as is required
Voorbeelden
He had saved enough money to buy a new car.
Hij had genoeg geld gespaard om een nieuwe auto te kopen.
We have enough food to feed everyone at the party.
We hebben genoeg eten om iedereen op het feest te voeden.
enough
01
genoeg, voldoende
to a degree or extent that is sufficient or necessary
Voorbeelden
The team had trained hard and believed they were fit enough for the upcoming match.
Het team had hard getraind en geloofde dat ze genoeg fit waren voor de komende wedstrijd.
He studied enough to pass the exam with flying colors.
Hij studeerde genoeg om glansrijk te slagen voor het examen.
02
genoeg
(computer science) the act of interconnecting (wires or computers or theories etc.)
03
genoeg, voldoende
used for emphasis to highlight something surprising or unexpected
Voorbeelden
Oddly enough, she did n’t recognize him at first.
Vreemd genoeg, herkende ze hem eerst niet.
She was, amazingly enough, able to finish the task early.
Ze was, genoeg verbazingwekkend, in staat om de taak vroeg te voltooien.
Enough
01
genoeg, voldoende hoeveelheid
an adequate quantity; a quantity that is large enough to achieve a purpose



























