Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to construct
01
bouwen, oprichten
to build a house, bridge, machine, etc.
Transitive: to construct sth
Voorbeelden
Engineers and construction workers collaborated to construct a sturdy and safe bridge.
Ingenieurs en bouwvakkers werkten samen om een stevige en veilige brug te bouwen.
The company is planning to construct a new office building to accommodate its growing workforce.
Het bedrijf is van plan een nieuw kantoorgebouw te bouwen om zijn groeiende personeelsbestand te huisvesten.
02
construeren, tekenen
to create geometric figures or shapes using specific tools and following specific guidelines
Transitive: to construct geometric figures
Voorbeelden
The students were asked to construct a line segment of 5 centimeters in length using a ruler and compass.
De leerlingen werd gevraagd om met een liniaal en een passer een lijnsegment van 5 centimeter lengte te construeren.
Using the given points, he was able to construct an equilateral triangle with sides measuring 6 inches each.
Met behulp van de gegeven punten kon hij een gelijkzijdige driehoek construeren met zijden van elk 6 inch.
03
construeren, opbouwen
to create something by organizing and combining ideas or components in a logical and coherent way
Transitive: to construct a plan or idea
Voorbeelden
The author constructed a compelling narrative by carefully weaving together multiple plotlines and character arcs.
De auteur construeerde een overtuigend verhaal door zorgvuldig meerdere plotlijnen en karakterbogen te verweven.
The teacher constructed a comprehensive lesson plan, incorporating interactive activities and multimedia resources.
De leraar construeerde een uitgebreid lesplan, met interactieve activiteiten en multimediale bronnen.
04
construeren
to form sentences or phrases according to the rules and structures of a particular language
Transitive: to construct sentences or phrases
Voorbeelden
The linguist constructed a complex sentence to demonstrate the use of subordinate clauses.
De taalkundige construeerde een complexe zin om het gebruik van bijzinnen te demonstreren.
The teacher instructed students to construct sentences using a variety of sentence structures.
De leraar instrueerde de leerlingen om zinnen te construeren met behulp van een verscheidenheid aan zinsstructuren.
Construct
01
constructie, concept
an abstract or general idea inferred or derived from specific instances
Lexicale Boom
construction
constructive
constructor
construct



























