Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to catch up with
/kˈætʃ ˈʌp wɪð/
/kˈatʃ ˈʌp wɪð/
to catch up with
[phrase form: catch]
01
inhalen, betrappen
(of someone in authority) to find out that someone did something wrong and decide to do something about it
Voorbeelden
Eventually, the legal system caught up with the fraudulent activities of the businessman.
Uiteindelijk haalde het rechtssysteem de frauduleuze activiteiten van de zakenman in.
The inspector assured the workers that safety standards would catch up with those who violated them.
De inspecteur verzekerde de werknemers dat de veiligheidsnormen hen zouden inhalen die ze overtraden.
02
inhalen, bereiken
to eventually begin to cause someone problems that one has managed to avoid so far
Voorbeelden
The consequences of his procrastination finally caught him up.
De gevolgen van zijn uitstel hebben hem uiteindelijk ingehaald.
I hope my overdue assignments do n't catch up with me during the exam week.
Ik hoop dat mijn achterstallige opdrachten me niet inhalen tijdens de examenweek.



























