Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
passenger seat
/pˈæsɪndʒɚ sˈiːt/
/pˈasɪndʒə sˈiːt/
Passenger seat
01
bijrijdersstoel, passagiersstoel
a seat in a car, bus, or other vehicle where someone who is not driving can sit
Voorbeelden
She sat in the passenger seat while her friend drove the car.
Ze zat op de passagiersstoel terwijl haar vriend de auto bestuurde.
The passenger seat has a seatbelt for safety.
De passagiersstoel heeft een veiligheidsgordel voor veiligheid.
