Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
each other
01
elkaar, wederzijds
used to refer to two or more people or things when they are doing something mutually or reciprocally
Voorbeelden
Sarah and Tom helped each other with their homework.
Sarah en Tom hielpen elkaar met hun huiswerk.
The two teams congratulated each other after the game.
De twee teams feliciteerden elkaar na de wedstrijd.
