Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
upon
01
op, na
used as a preposition to indicate a basis or condition on which something is done or decided
Dialect
British
Voorbeelden
The promotion was granted upon meeting the required qualifications.
De promotie werd verleend bij het voldoen aan de vereiste kwalificaties.
The scholarship was awarded upon academic achievement and extracurricular involvement.
De beurs werd toegekend op basis van academische prestaties en betrokkenheid bij buitenschoolse activiteiten.
02
op, bij het naderen van
at the point when something is very close to starting, arriving, or happening, often suddenly or with strong effect
Voorbeelden
A feeling of fear was upon her.
Een gevoel van angst was over haar.
A new season is upon the land.
Een nieuw seizoen is op het land.
03
op, aan
used to indicate the target or object of an action or influence
Voorbeelden
The decision had a significant impact upon the community.
De beslissing had een aanzienlijke impact op de gemeenschap.
The researchers focused their efforts upon the endangered species.
De onderzoekers richtten hun inspanningen op de bedreigde soorten.



























