Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Thermometer
01
thermometer, omgevingsthermometer
a tool designed to measure the temperature of the surrounding air or environment
Voorbeelden
The meteorologist placed the thermometer in the shaded shelter to get an accurate air temperature reading.
De meteoroloog plaatste de thermometer in de beschutte schuilplaats om een nauwkeurige luchttemperatuurmeting te krijgen.
Outdoor thermometers mounted on the porch helped them track the daily temperature swings.
De buitenthermometers gemonteerd op de veranda hielpen hen de dagelijkse temperatuurschommelingen bij te houden.
1.1
thermometer
a device used to measure a person's body temperature to assess for fever or abnormal temperature
Voorbeelden
She used a digital thermometer to check her child's temperature when he felt feverish.
Ze gebruikte een digitale thermometer om de temperatuur van haar kind te controleren toen het koortsig aanvoelde.
The nurse recorded the patient's temperature using a mercury thermometer.
De verpleegster registreerde de temperatuur van de patiënt met een kwik-thermometer.



























