Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
System
01
systeem, methode
an organized collection of theories, ideas, or a method of attaining a particular objective
Voorbeelden
The school has a grading system to evaluate student performance.
De school heeft een systeem voor beoordeling om de prestaties van studenten te evalueren.
Their new filing system organizes documents more efficiently.
Hun nieuwe systeem voor het archiveren organiseert documenten efficiënter.
02
systeem, netwerk
a group of parts that work together for a common purpose
Voorbeelden
Our school uses an online learning system for assignments and grades.
Onze school gebruikt een online-systeem voor opdrachten en cijfers.
The alarm system in the store helps prevent theft.
Het alarmsysteem in de winkel helft diefstal te voorkomen.
03
systeem, stel
computer programs and pieces of hardware operating together
04
systeem, geheel
a group of independent but interrelated elements comprising a unified whole
05
systeem, verzameling
(physical chemistry) a sample of matter in which substances in different phases are in equilibrium
06
systeem, structuur
an organized structure for arranging or classifying
07
systeem
a group of physiologically or anatomically related organs or parts
08
systeem, procedure
a procedure or process for obtaining an objective
09
systeem, organisme
a complex network of organs and cells working together to support and sustain life
10
systeem, organisatie
an ordered manner; orderliness by virtue of being methodical and well organized
Lexicale Boom
subsystem
systematic
systematism
system
