Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Survival
01
overleving, voortbestaan
the state in which a person manages to stay alive or strong despite dangers or difficulties
Voorbeelden
The survival of the crew depended on their ability to find fresh water.
Het overleven van de bemanning hing af van hun vermogen om vers water te vinden.
The doctor was amazed by her survival after such a severe accident.
De dokter was verbaasd over haar overleving na zo'n ernstig ongeluk.
02
overblijfsel, relikwie
something that continues to exist after others have disappeared or ended
Voorbeelden
The building is a survival from the medieval period.
Het gebouw is een overblijfsel uit de middeleeuwen.
Certain traditions are survivals of ancient rituals.
Bepaalde tradities zijn overblijfselen van oude rituelen.
03
overleving, voortbestaan
the process by which organisms best adapted to their environment continue to exist while others die out
Voorbeelden
Natural selection favors the survival of the fittest.
Natuurlijke selectie begunstigt het overleven van de best aangepasten.
The study examined survival strategies among desert plants.
De studie onderzocht overlevingsstrategieën onder woestijnplanten.
Lexicale Boom
survivalist
survival
survive
