Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Stereo
01
stereo, stereosysteem
a sound system that plays back a recorded sound, music, etc. through two or more channels, producing a three-dimensional effect
Voorbeelden
He bought a vintage stereo for his record collection.
Hij kocht een vintage stereo voor zijn platenverzameling.
He bought a new stereo for his living room.
Hij kocht een nieuwe stereo voor zijn woonkamer.
02
stereoscoop, stereoscopische kijker
a device used to view two photographs, taken from slightly different angles, that create a 3D image when viewed together
Voorbeelden
The old stereo revealed a 3D view of the landscape.
De oude stereoscoop onthulde een 3D-beeld van het landschap.
She showed me the vintage stereo her grandfather used.
Ze liet me de vintage stereo zien die haar grootvader gebruikte.
stereo
01
stereo, stereofonisch
relating to a sound system that uses two or more channels to create a sense of space and depth in audio playback
Voorbeelden
Stereo headphones allowed him to experience spatial audio while gaming.
Stereo-koptelefoons stelden hem in staat om ruimtelijke audio te ervaren tijdens het gamen.
The stereo speakers provided immersive sound quality for the movie.
De stereo luidsprekers zorgden voor een meeslepende geluidskwaliteit voor de film.
02
stereo, stereoscopisch
having two slightly different images taken from two angles, typically used to create a three-dimensional effect when viewed together
Voorbeelden
The stereo photograph showed a 3D image when viewed through special glasses.
De stereofoto toonde een 3D-beeld wanneer deze door een speciale bril werd bekeken.
He collected stereo photos from the 19th century, fascinated by their depth.
Hij verzamelde stereofoto's uit de 19e eeuw, gefascineerd door hun diepte.
