Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Soup spoon
01
soeplepel, lepel voor soep
a round-bowled spoon designed for eating soup or similar liquid dishes
Voorbeelden
She picked up the soup spoon to enjoy her tomato soup.
Ze pakte de soeplepel om van haar tomatensoep te genieten.
The restaurant served the stew with a large soup spoon.
Het restaurant serveerde de stoofpot met een grote soeplepel.



























