Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
beefsteak tomato
/bˈiːfsteɪk təmˈeɪɾoʊ/
/bˈiːfsteɪk təmˈɑːtəʊ/
Beefsteak tomato
01
vleestomaat, beefsteaktomaat
a large and meaty variety of tomato known for its robust flavor
Voorbeelden
He sliced the beefsteak tomato and stacked it on a burger for a juicy and flavorful bite.
Hij sneed de beefsteaktomaat en stapelde hem op een burger voor een sappige en smaakvolle hap.
We grilled the beefsteak tomatoes alongside the steak for a smoky and savory addition to our barbecue feast.
We grillen de beefsteaktomaten naast het steak voor een rokerige en hartige toevoeging aan ons barbecuefeest.



























