Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to round up
[phrase form: round]
01
bijeenbrengen, verzamelen
to gather people or things, often to organize or deal with them
Transitive: to round up sb/sth
Voorbeelden
The teacher had to round up all the students for the field trip.
De leraar moest alle leerlingen verzamelen voor de excursie.
The police rounded up the suspects in the early morning raid.
De politie heeft de verdachten opgepakt tijdens de inval in de vroege ochtend.
02
afronden naar boven, naar boven afronden
to raise a numerical value to the next higher whole number
Transitive: to round up a numerical value
Voorbeelden
The store manager decided to round up the price of the product to the nearest dollar.
De winkelmanager besloot de prijs van het product naar boven af te ronden op de dichtstbijzijnde dollar.
The teacher asked us to round our answers up to the nearest hundred.
De leraar vroeg ons om onze antwoorden af te ronden naar de dichtstbijzijnde honderd naar boven.
03
arresteren, ophalen
to arrest a group of individuals, often as part of a law enforcement operation
Transitive: to round up a group of people
Voorbeelden
The police decided to round up the suspects involved in the recent crime wave.
De politie besloot de verdachten die betrokken waren bij de recente golf van criminaliteit op te pakken.
Law enforcement officers worked together to round up the gang members.
Handhavers werkten samen om de bendeleden op te pakken.



























