Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to renovate
01
renoveren, opknappen
to make a building or a place look good again by repairing or painting it
Transitive: to renovate a room or place
Voorbeelden
The homeowners decided to renovate their kitchen, installing new cabinets and countertops.
De huiseigenaren besloten hun keuken te renoveren, door nieuwe kasten en aanrechten te installeren.
She hired a contractor to renovate the outdated bathroom, replacing the fixtures and tiles.
Ze huurde een aannemer in om het verouderde badkamer te renoveren, door de sanitair en tegels te vervangen.
02
opfrissen, energie geven
to give a boost to one's energy or mood
Transitive: to renovate a person or their senses
Voorbeelden
A brisk morning walk in the fresh air was enough to renovate his mood.
Een stevige ochtendwandeling in de frisse lucht was genoeg om zijn humeur op te frissen.
The concert ’s vibrant energy renovated her.
De levendige energie van het concert vernieuwde haar humeur.



























