Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Pedigree
01
stamboom, afkomst
the recorded ancestry or lineage of individuals, typically in the context of their descendants tracing back to a common ancestor
Voorbeelden
Her family has a long and respected pedigree in the community.
Haar familie heeft een lange en gerespecteerde stamboom in de gemeenschap.
He comes from a pedigree of doctors, with several generations practicing medicine.
Hij komt uit een stamboom van artsen, met verschillende generaties die medicijnen beoefenen.
02
stamboom, afstamming
the recorded lineage or ancestry of a purebred animal, used to verify its breeding
Voorbeelden
The puppy came with a full pedigree tracing back five generations.
De puppy kwam met een volledig stamboom die vijf generaties teruggaat.
Breeders maintain detailed pedigrees for each horse.
Fokkers houden gedetailleerde stambomen bij voor elk paard.
03
een stamboom, een rashond
an animal that is officially recognized as purebred
Voorbeelden
The farm raised a prize-winning pedigree.
De boerderij fokte een bekroonde stamboom.
Only pedigrees were allowed in the dog show.
Alleen raszuivere honden waren toegestaan op de hondenshow.
pedigree
01
raszuiver, stamboek
describing an animal with a documented lineage, confirming it is of a recognized pure breed
Voorbeelden
The dog is a pedigree Labrador with papers tracing its ancestry back several generations.
De hond is een raszuivere Labrador met papieren die zijn afstamming enkele generaties terug traceren.
Only pedigree horses were allowed to enter the show.
Alleen raszuivere paarden mochten de show betreden.



























