Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to lend
01
lenen, uitlenen
to give someone something, like money, expecting them to give it back after a while
Ditransitive: to lend sb sth | to lend sth to sb
Voorbeelden
She agreed to lend her friend some money until the next payday.
Ze stemde ermee in om haar vriend wat geld te lenen tot de volgende betaaldag.
Can you lend me your bicycle for a quick ride to the store?
Kun je me je fiets lenen voor een snelle rit naar de winkel?
1.1
lenen, een lening verstrekken
(of a bank or other financial institutions) to give someone a sum of money provided that they pay it back later, particularly with an additional amount added as interest
Ditransitive: to lend sb an amount of money | to lend an amount of money to sb
Voorbeelden
The bank agreed to lend him $50,000 to purchase a new car, with a fixed interest rate over five years.
De bank stemde ermee in om hem $50.000 te lenen voor de aankoop van een nieuwe auto, met een vaste rente over vijf jaar.
The financial institution decided to lend the entrepreneur the capital she required to expand her tech startup.
De financiële instelling besloot de ondernemer het kapitaal te lenen dat ze nodig had om haar tech-startup uit te breiden.
02
lenen, toevoegen
to enhance or enrich something by adding a particular quality or attribute
Ditransitive: to lend a quality | to lend a quality to sth
Voorbeelden
Her charisma and enthusiasm lent an air of excitement to the event.
Haar charisma en enthousiasme leenden een sfeer van opwinding aan het evenement.
The author 's poetic prose style lent a lyrical quality to her writing.
De poëtische prozastijl van de auteur verleende een lyrische kwaliteit aan haar schrijven.
Lexicale Boom
lendable
lender
lending
lend



























