Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
The lady at the front desk greeted us warmly.
De dame aan de receptie begroette ons hartelijk.
She is a talented young lady with a bright future ahead of her.
Ze is een getalenteerde jonge dame met een stralende toekomst voor zich.
02
dame, vrouw
a woman who exhibits high standards of behavior, elegance, and manners, often associated with refinement and sophistication
Voorbeelden
The hostess was known as a true lady, always graceful and polite in her interactions.
De gastvrouw stond bekend als een ware dame, altijd gracieus en beleefd in haar interacties.
Her demeanor and style marked her as a lady of exceptional taste and refinement.
Haar houding en stijl kenmerkten haar als een dame van uitzonderlijke smaak en verfijning.
03
dame, vrouwe
a title given to a lord's wife
Voorbeelden
She was known as the Lady of the manor, overseeing the household with grace and dignity.
Ze stond bekend als de Vrouwe van het landgoed, die het huishouden met gratie en waardigheid leidde.
She was introduced as Lady Smith, reflecting her marriage to Lord Smith.
Ze werd voorgesteld als Lady Smith, wat haar huwelijk met Lord Smith weerspiegelde.
Lexicale Boom
ladylike
ladyship
lady



























